![]() |
Ideeën en bemoedigingen voor gewonde helpers
verbonden met een heelmakende God |
WaardigheidHoeveel verschil het maakt hoe we elkaar -en onszelf- ‘neerzetten’ |
Waardigheid – een woord wat we niet dagelijks
gebruiken en daardoor wellicht ook een begrip waar we niet altijd veel
associaties bij hebben.
Zelf ben ik met dit begrip waardigheid – en het enorme verschil wat
het kan maken in een situatie – enkele malen geconfronteerd via mensen
die ik tegenkwam op m’n internationale reizen. In de jaren ’80
van de vorige eeuw moest (of liever: mocht) ik vaak voor m’n werk naar
verre oorden. Ik nam dan – als ’t enigszins kon – de
gelegenheid om in zo’n stad waar ik dan verbleef me tussendoor te
mengen in het dagelijks leven van de lokale bevolking.
Bijvoorbeeld gewoon door ’ns niet een taxi maar de lokale bus te nemen.
Zo heb ik in menige stad heel wat ellende en troosteloosheid gezien.
Maar ook iets wat ik niet snel vergeten zal:
Eén van die lokale ‘bussen’ was in Bangkok, Thailand. Ik schrijf ‘bussen’ tussen aanhalingstekens, want het was een soort ‘autobus’ op het water: een lange, zeer smalle open boot vol kleine bankjes, met een oude automotor op het achterdek die via een hele lange as een schroef ver achter het bootje aandreef. De eerste keer was even wennen, maar al snel vond ik ’t wel leuk en nam eens een omweg met zo’n ‘water-bus’. Die omweg ging door een sloppenwijk van Bangkok – een verzameling hutjes, gebouwd in een moerassig gebied, hier en daar kleine stukjes drassig land temidden van een deels overgroeide, grote, vieze watervlakte; zeg maar: een soort open riool. (Als toerist was ik al gewaarschuwd voor de gigantische bacterie-kweek die dit water ‘rijk’ was.) De hutjes langs de route waren weliswaar gebouwd op palen, maar in het regenseizoen (toen ik er was) waren die niet hoog genoeg: Als zo’n ‘water-bus’ of een andere boot in volle snelheid voorbij kwam, golfde het rioolwater bij de mensen door hun schamele ‘huiskamers’. Het was ’s morgens vroeg en juist de tijd dat de kleine kinderen naar school gingen – ook met deze ‘bus’.
Ik heb daar m’n ogen uitgekeken.
Uit zo’n schamel hutje kwamen twee kleine jochies en even verder een paar meisjes – allemaal super-schoon en keurig in de kleren. Hun stralend witte overhemdjes leken wel zó uit de was en onder de strijkbout vandaan gekomen. En in hun al even schone donkerblauwe broeken of rokjes zat keurig een vouw. Lachend en trots stapten ze de ‘bus’ in. Als je ze zo zag leek het of ze de gelukkigste kinderen van welgestelde ouders waren, zo fier ze daar op hun bankje in de water-bus zaten.
Later heb ik vaak aan dit gebeuren terug gedacht. Het heeft me laten zien hoe verstrekkend de gevolgen kunnen zijn als ouders, of een schoolsysteem, kinderen waardigheid meegeven.
Als ik in m’n woordenboek kijk, dan zie ik dat
‘waardig’ en ‘waardigheid’ te maken hebben met
‘eerbied vragend of wekkend’, ‘edelheid, grootheid’
of met een ambt dat, of betrekking die, eerbiedwaardig is. Er zit de stam in
van het woord ‘waarde’. Daarmee staat het tegenover
‘onwaardigheid’ of ‘minderwaardigheid’, en tegenover
alles waar we ons voor (zouden kunnen) schamen of waarop we neerzien.
We kijken op tegen iemand die waardigheid uitstraalt.
In onze westerse cultuur wordt waardigheid daarbij vaak geassocieerd met
rijkdom en macht en aanzien. Die mensen ‘hebben het gemaakt in het
leven’ zeggen we dan, en soms analyseren we hoe ze bereikt hebben wat
ze bereikt hebben. Anderzijds: iemand die moeite heeft met bepaalde zaken in
het leven – bijvoorbeeld omdat hij of zij als kind verwaarloosd of
misbruikt is – aan zo iemand denken we niet gelijk als het gaat om het
begrip waardigheid. Net als ik toen in 1985 bij die hutjes in die krottenwijk
van Bangkok in eerste instantie niet gedacht had aan de waardigheid die ik
even later zag bij die kinderen.
Ik moet bij waardigheid ook denken aan hoe Jezus met de
mensen omging die Hij tegenkwam. Eens (zie Joh. 4) was Hij in een gebied dat
door Zijn volksgenoten in die tijd zorgvuldig werd gemeden – zeker
door godsdienstige leraren zoals Hij. Er werd door de joodse rabbi’s
diep op deze mensen neergekeken omdat hun voorvaderen zich volgens hen –
tegen Gods geboden in – vermengd hadden met andere volkeren en andere
godsdiensten. Afijn, Jezus gaat daar bij een bron even zitten uitrusten
terwijl Zijn leerlingen doorlopen naar de nabijgelegen stad om boodschappen
te doen. Dan komt er – midden op het heetst van de dag, ’n stil
uur – een vrouw om water te putten. Als profeet weet Jezus wat voor
leven deze vrouw leidt. Ze is al vijf keer getrouwd geweest, en woont nu
samen met de zesde kerel (ze mocht niet voor een zesde keer trouwen).
Jezus had dus – naar de maatstaven van die cultuur – alle reden
om Zijn hoofd om te draaien of op haar neer te zien: ze was een vrouw (tegen
wie je als man niet praatte), ze was van een minderwaardig volk (waar je je
niet mee in liet), en ze was moreel gezien zeer dubieus. In die cultuur had
ze alle reden om zich te schamen tegenover deze ‘rabbi’; deze
godsdienstleraar. Ze is dan ook buitengewoon verbaasd als Jezus haar toch
aanspreekt. Jezus begint met een vraag aan haar waarmee Hij Zich van haar
afhankelijk maakt en haar in zekere zin boven Zich stelt: Hij vraagt haar om
een kommetje water. Hij zegt: Ik heb u nodig. Misschien voelde dat voor Hem
wel net zo ongemakkelijk als het voor ons soms kan voelen, om iemand anders
nodig te hebben. Misschien was dat gevoel er bij Hem nog wel sterker –
uiteindelijk was Hij de Heer van het universum... Toch liet Hij Zijn dorst,
Zijn afhankelijkheid merken, en vroeg Hij deze vrouw om dat kommetje water.
Iets verder in het gebeuren zegt Hij dat God ook haar aanbidding zoekt.
Dat ze zelfs voor de Almachtige iets kan betekenen.
Er gebeurt dan van alles. (Dat is wel vaker het geval als we kwetsbaar
durven te zijn.) Het dringt tot haar door Wie Hij is Die daar met haar
spreekt. Hoewel ze tot dan toe meestal de mensen meed omdat ze zo vaak
vernederend bekeken en beroddeld werd door hen, rent ze de stad in,
en vertelt iedereen over Jezus. Door haar getuigenis komen velen tot
Jezus en ervaren dan zelf wie Hij is: de Zoon van de Levende God.
Jezus had haar, in de paar minuten van dat gesprekje, haar waardigheid
terug gegeven.
Net zo wil Jezus ook nu aan u die dit leest uw waardigheid teruggeven, en aan de mensen waar u mee in contact bent. Als u zich als pastoraal werker of ‘gewoon’ als broeder of zuster in wilt zetten voor een medemens, valt er veel te leren uit deze geschiedenis. We hoeven niet bang te zijn om onze eigen afhankelijkheid te tonen, te laten zien dat we die ander nodig hebben – al is het maar voor een kommetje water. Ik heb het meegemaakt dat een echtpaar uit de gemeente waar ik kwam mij als ‘arme vrijgezel’ uitnodigden om ’s zondags na de samenkomst bij hen te komen koffiedrinken of te komen eten. Ik had dat kunnen weigeren: “ik heb hen, met hun neerbuigende houding, niet nodig, ik kan m’n eigen potje wel koken!” Ik besloot echter me te laten dienen en te kijken hoe God ’t verder leidde. Aan de koffie kwam een probleem ter sprake waar dit echtpaar in hun gezin mee worstelde, en waar ze niemand voor hadden kunnen vinden om hen er in bij te staan. Toevallig had ik er wel enig verstand van. Het eindigde ermee dat we samen baden en wederzijds enorm bemoedigd werden. Ik had een gezellige en betekenisvolle middag, en zij hadden ervaren dat God zomaar de hulp op hun weg had gebracht die ze zochten, en dat nog uit totaal onverwachte hoek. Zowel zij als ik hadden elkaar ook waardigheid mogen geven in zorg voor elkaar en in ’t ontvangen van zorg van elkaar. En wat nog meer is: we hadden een fijne tijd samen met elkaar en met God, een ervaring die ook vriendschap deed groeien.
Een ander voorbeeld is de Bijbelse geschiedenis van die
collaborateur (Lukas 19). Een belasting-man die voor de Romeinse overheersers
de belastingen inde (en daarbij ook zijn eigen zakken bepaald niet vergat!).
Iedereen had eigenlijk een hekel aan deze kerel. Hij was klein van stuk, en
dat kwam goed uit, want zo kon iedereen goed op hem neer kijken, deze schoft.
Schamen moest_ie zich!
En dat was wellicht alles wat deze Zacheüs z’n hele leven al
gehoord had – dingen als: “jij telt niet mee, kleintje!”
of: “ach, ga toch weg jij, vuile collaborateur, ga je schamen!”
En hoeveel rijkdom hij zich met z’n nauwgezette belastingwerk of met
de extraatjes die hij soms vroeg ook verzameld had, van binnen bleef het
knagen...
En dan, op een dag, komt Jezus in zijn buurt. En Jezus liet hem niet koud
– blijkbaar was hij in zijn hart best wel op zoek, op zoek naar
‘inhoud’ in z’n rijke, maar ook lege leven. Het lukt hem
niet om Jezus te zien door de mensenmassa’s. Dan is het makkelijk als
er eenvoudig beklimbare bomen langs de weg staan. Hij loopt snel een eind
vooruit en klimt in zo’n boom. Jezus komt er al aan. Zal hij een iets
van Jezus te zien krijgen? ... Dan: Jezus blijft onder zijn boom staan.
Hij kijkt zelfs naar boven. En Hij zegt – voor iedereen duidelijk
hoorbaar: “Zacheüs, kom vlug naar beneden, want Ik wil vandaag
bij jou komen eten”
Uh..??... Hoort Zacheüs het goed? (Eten bij iemand betekende in die
tijd zoiets als je dikke vriendschap bezegelen. Het betekende dat je je
één voelde met die ander.)
God heeft ons lief, niet omdat we het verdiend hebben, maar omdat we het waard zijn vrij naar Lewis Smedes, Shame and Grace |
Wat Jezus deze -onverbonden- mensen boodt was de
verbondenheid met Hemzelf. Je zou kunnen zeggen: Hij gaf hen Zichzelf. De
liefde van Jezus discrimineert niet op wat iemand al dan niet bereikt heeft.
Bij Hem zijn we allemaal zondig als het gaat om wat we gedaan
(‘verdiend’) hebben, maar Hij vindt ons ook allemaal de moeite
waard om lief te hebben. In die verbondenheid met Jezus is er Léven
met een hoofdletter L.
Dat staat haaks op wat deze mensen gewend waren, en op wat velen van ons
gewend waren. Het maakt zo’n enorm verschil of mensen ons door hun
houding of door hun woorden zeggen: “jij telt niet mee!”, of door
hun houding en woorden zeggen: “Wat fijn dat jij er bent!”
In het eerste geval gaan we ons schamen; ik noem het gedrag of de woorden
van anderen die dit veroorzaken dan ook wel be-schamend. Woorden als
“jij telt niet mee!” leggen schaamte op ons. ‘Ze trekken
ons naar beneden’, zeggen we dan ook wel, of het lijkt of ze alle
energie en waardigheid uit ons doen wegtrekken.
Hoe anders is het als we horen: “Wat fijn dat jij er bent!”
Zulke woorden, of zo’n gebaar, geven ons waardigheid. In dit geval
be-waardigen die anderen ons. Het geeft ons ‘vleugels’ –
we krijgen er meer energie door, lijkt het wel. De zon in ons leven gaat er
feller door schijnen en komt dus eerder door de wolken van depressie of
moedeloosheid heen.
Beide houdingen en beide woorden kunnen we zelf ook gebruiken. Zowel tegen
anderen als tegen onszelf. Het effect ervan is groot.
Welke keuze maken we? Hoe benaderen we de mensen in onze omgeving?
Be-schamend of be-waardigend?
Waardigheid en lichamelijkheid In onze westerse maatschappij is – in navolging van de Grieken –
het lichaam eeuwenlang als minderwaardig beschouwd. De geest en het
denken waren van belang, maar het lichaam niet. Juist hierom is het hervinden van
‘waardigheid’ (persoonlijk en relationeel) mijns
inziens ook zo belangrijk in de hulp aan mannen en vrouwen die lijden onder
de gevolgen (als slachtoffers en/of daders). |
In het voorgaande ben ik ingegaan op wat
waardigheid is, en hoe Jezus mensen hun waardigheid (terug)gaf,
en welke geweldige gevolgen dat had.
Geestelijk gezien geeft dat aanknopingspunten voor een manier van
met elkaar omgaan waarbij we elkaar -of onszelf- waardigheid geven in
plaats van elkaar -of onszelf- te be-schamen.
Hier zit echter ook nog een andere kant aan. Dat is de lichamelijke,
biochemische kant. Onderzoekers hebben vastgesteld dat onze
hormoonhuishouding intensief reageert op het soort boodschappen die
we krijgen. Boodschappen die onze verbondenheid en waardigheid
benadrukken, zorgen dat er in onze hersenen stoffen vrijkomen waardoor we
vreugde ervaren en onze hersenen ook goed kunnen ontwikkelen en
functioneren. Dit gebeurt deels in een samenhang van ons autonome
zenuwstelsel. Wellicht dat ik daar een andere keer nog ’ns nader op
inga. Nu volsta ik met de constatering dat waardigheid en vreugde
‘besmettelijk’ zijn en op verscheidene manieren een gezond
functioneren bevorderen.
Waarom hier zoveel nadruk op waardigheid? Ten eerste:
eenvoudigweg omdat het een onderdeel is van Gods plan voor ons. Daarnaast
wegens de effecten die het heeft in onze relaties als we leren, elkaar te
be-waardig-en: waardigheid te schenken in plaats van te vernederen of te
negeren of iets dergelijks. Hierboven heb ik deze aspecten al genoemd.
Maar er is nog meer. Waardigheid heeft ook nog andere positieve effecten in
ons leven. Ten eerste is daar het beschermende effect. Als iemand zich
onwaardig voelt – bijvoorbeeld omdat hij denkt dat hij alles verprutst
heeft –, heeft hij weinig reden meer om zich waardig te gedragen of om
waardige keuzes te maken. In deze gevallen zien we vaak een
onverschilligheid naar voren komen, die ervoor zorgt dat de
negatieve spiraal waarin iemand zich bevindt versterkt wordt. Hoe anders is
het, als iemand zich waardig voelt – als een koningskind
bijvoorbeeld. Komt zo iemand voor een keuze te staan tussen iets wat hem of
haar zelf of een ander naar beneden haalt, en iets wat hem of haar en/of
anderen juist verder verhoogt maar moeilijker is, dan zal deze persoon eerder
geneigd zijn, toch voor het laatste te kiezen. Waardigheid is enige
moeite waard! Een prins of prinses heeft meer te verliezen dan iemand die
toch al in de goot ligt.
Het effect hiervan is groot! Ik heb het meegemaakt dat een man die wel
eens veel moeite had om zich seksueel rein te bewaren (de verleiding van
porno, zelfbevrediging, e.d. was erg groot!), hiervan vrij kwam door
zich, samen met zijn echtgenote, te gaan richten op waardigheid. Zijn
echtgenote droeg hier significant aan bij, door te laten merken dat
hij voor haar alles was, en dat als hij in zonde viel, er erg veel
wegviel voor haar. Hoe belangrijk dit hem maakte voor haar en voor zijn gezin,
gaf hem een waardigheid die de moeite van de strijd voor hem dubbel en dwars
waard was! Na jaren van geworstel had hij in een paar weken de overwinning in
deze strijd. Maar hij had nu ook iets om voor te vechten!
Zo zijn er meer voorbeelden te geven1.
Waardigheid geeft ons gevoelsleven een extra drijfveer om reiner te leven,
ons meer in te zetten voor geestelijke groei, etc.
En dit geldt zowel in het persoonlijke, als in het gezinsleven of in
andere verbanden – bijvoorbeeld dat van de lokale kerkelijke gemeente.
Mensen die waardigheid wordt gegeven gaan bloeien!
Het moge duidelijk zijn, dat juist in het pastoraat het van
belang is dat we ons erop richten de ander te be-waardigen, én hen te
helpen anderen in hun omgeving te be-waardigen en dan liefst vice versa.
Normaal maakt het al zoveel uit als we anderen be-waardigen, maar juist waar
we werken met mensen die het op één of andere wijze moeilijk
hebben, vaak ook mensen die al zo veel be-schaamd of ver-ont-waardigd zijn
(in de meest letterlijke zin van het woord) - is dit extra belangrijk.
En er zijn zoveel manieren waarop we elkaar kunnen be-waardigen, zoveel
manieren waarop we verbaal of non-verbaal kunnen zeggen dat de ander
belangrijk voor ons is of veel waarde heeft als persoon: met oprechte lovende
woorden, door een zegenende en bevestigende blik, door een eenvoudig gebaar,
of door liefde of zorg van die ander met blijdschap in ontvangst te nemen.
Een voorbeeld is ook hoe we God kunnen be-waardigen door Hem te loven en te
aanbidden, met of zonder woorden. Het is opvallend dat een van de woorden die
de Bijbel gebruikt voor lofprijzing naar God toe, met zegenen wordt vertaald
als het van God naar ons toe bedoeld is. Door iemand te be-waardigen zegenen
we hem of haar!
En wat ‘kost’ het ons? Niets!
Integendeel: de lavende ziel wordt ook zelf gelaafd. We mogen zegenen –
het goede en waardige over anderen uitspreken – omdat we ook zelf
bedoeld zijn om gezegend te worden (1 Petrus 3:9).
1 | Als illustratie van het gestelde verwijs ik ook
naar het boek Red je relatie van de bekende Amerikaanse psycholoog
Phil McGraw.
Heel dit boek over herstel in relaties (vooral, maar niet alleen,
huwelijksrelaties) is gebaseerd op het hervinden van je eigen waardigheid,
zoals dr Phil in de inleiding heel duidelijk en krachtig stelt. Phillip C. McGraw, Red je relatie! - In 7 stappen
naar een betere verstandhouding met je partner, Het Spectrum, Utrecht,
2000 (1e druk BSN: 2005) (vertaling, door Lies van
Twisk, van: Relationship Rescue - A Seven-Step Strategy for Reconnecting
with Your Partner, Hyperion, New York, 2000). |
Voor meer informatie, of uw reactie op het bovenstaande, kunt u contact met me opnemen via e-mail: andre.roosma@12accede.nl.
home | ![]() | of terug naar de artikelen index |