Accede!
Ideeën en bemoedigingen voor gewonde helpers verbonden met een heelmakende God

Waardigheid

Hoeveel verschil het maakt hoe we elkaar -en onszelf- ‘neerzetten’
André H. Roosma
bijgewerkt: 2014-08-25

Waardigheid – een woord wat we niet dagelijks gebruiken en daardoor wellicht ook een begrip waar we niet altijd veel associaties bij hebben.
Zelf ben ik met dit begrip waardigheid – en het enorme verschil wat het kan maken in een situatie – enkele malen geconfronteerd via mensen die ik tegenkwam op m’n internationale reizen. In de jaren ’80 van de vorige eeuw moest (of liever: mocht) ik vaak voor m’n werk naar verre oorden. Ik nam dan – als ’t enigszins kon – de gelegenheid om in zo’n stad waar ik dan verbleef me tussendoor te mengen in het dagelijks leven van de lokale bevolking. Bijvoorbeeld gewoon door ’ns niet een taxi maar de lokale bus te nemen. Zo heb ik in menige stad heel wat ellende en troosteloosheid gezien. Maar ook iets wat ik niet snel vergeten zal:

Eén van die lokale ‘bussen’ was in Bangkok, Thailand. Ik schrijf ‘bussen’ tussen aanhalings­tekens, want het was een soort ‘autobus’ op het water: een lange, zeer smalle open boot vol kleine bankjes, met een oude automotor op het achterdek die via een hele lange as een schroef ver achter het bootje aandreef. De eerste keer was even wennen, maar al snel vond ik ’t wel leuk en nam eens een omweg met zo’n ‘water-bus’. Die omweg ging door een sloppenwijk van Bangkok – een verzameling hutjes, gebouwd in een moerassig gebied, hier en daar kleine stukjes drassig land temidden van een deels overgroeide, grote, vieze watervlakte; zeg maar: een soort open riool. (Als toerist was ik al gewaarschuwd voor de gigantische bacterie-kweek die dit water ‘rijk’ was.) De hutjes langs de route waren weliswaar gebouwd op palen, maar in het regenseizoen (toen ik er was) waren die niet hoog genoeg: Als zo’n ‘water-bus’ of een andere boot in volle snelheid voorbij kwam, golfde het rioolwater bij de mensen door hun schamele ‘huiskamers’. Het was ’s morgens vroeg en juist de tijd dat de kleine kinderen naar school gingen – ook met deze ‘bus’.
Ik heb daar m’n ogen uitgekeken.
Uit zo’n schamel hutje kwamen twee kleine jochies en even verder een paar meisjes – allemaal super-schoon en keurig in de kleren. Hun stralend witte overhemdjes leken wel zó uit de was en onder de strijkbout vandaan gekomen. En in hun al even schone donkerblauwe broeken of rokjes zat keurig een vouw. Lachend en trots stapten ze de ‘bus’ in. Als je ze zo zag leek het of ze de gelukkigste kinderen van welgestelde ouders waren, zo fier ze daar op hun bankje in de water-bus zaten.

Later heb ik vaak aan dit gebeuren terug gedacht. Het heeft me laten zien hoe verstrekkend de gevolgen kunnen zijn als ouders, of een schoolsysteem, kinderen waardigheid meegeven.

Waardigheid – wat is dat eigenlijk?

Als ik in m’n woordenboek kijk, dan zie ik dat ‘waardig’ en ‘waardigheid’ te maken hebben met ‘eerbied vragend of wekkend’, ‘edelheid, grootheid’ of met een ambt dat, of betrekking die, eerbiedwaardig is. Er zit de stam in van het woord ‘waarde’. Daarmee staat het tegenover ‘onwaardigheid’ of ‘minderwaardigheid’, en tegenover alles waar we ons voor (zouden kunnen) schamen of waarop we neerzien. We kijken op tegen iemand die waardigheid uitstraalt.
In onze westerse cultuur wordt waardigheid daarbij vaak geassocieerd met rijkdom en macht en aanzien. Die mensen ‘hebben het gemaakt in het leven’ zeggen we dan, en soms analyseren we hoe ze bereikt hebben wat ze bereikt hebben. Anderzijds: iemand die moeite heeft met bepaalde zaken in het leven – bijvoorbeeld omdat hij of zij als kind verwaarloosd of misbruikt is – aan zo iemand denken we niet gelijk als het gaat om het begrip waardigheid. Net als ik toen in 1985 bij die hutjes in die krottenwijk van Bangkok in eerste instantie niet gedacht had aan de waardigheid die ik even later zag bij die kinderen.

Enkele voorbeelden

Ik moet bij waardigheid ook denken aan hoe Jezus met de mensen omging die Hij tegenkwam. Eens (zie Joh. 4) was Hij in een gebied dat door Zijn volksgenoten in die tijd zorgvuldig werd gemeden – zeker door godsdienstige leraren zoals Hij. Er werd door de joodse rabbi’s diep op deze mensen neergekeken omdat hun voorvaderen zich volgens hen – tegen Gods geboden in – vermengd hadden met andere volkeren en andere godsdiensten. Afijn, Jezus gaat daar bij een bron even zitten uitrusten terwijl Zijn leerlingen doorlopen naar de nabijgelegen stad om boodschappen te doen. Dan komt er – midden op het heetst van de dag, ’n stil uur – een vrouw om water te putten. Als profeet weet Jezus wat voor leven deze vrouw leidt. Ze is al vijf keer getrouwd geweest, en woont nu samen met de zesde kerel (ze mocht niet voor een zesde keer trouwen). Jezus had dus – naar de maatstaven van die cultuur – alle reden om Zijn hoofd om te draaien of op haar neer te zien: ze was een vrouw (tegen wie je als man niet praatte), ze was van een minderwaardig volk (waar je je niet mee in liet), en ze was moreel gezien zeer dubieus. In die cultuur had ze alle reden om zich te schamen tegenover deze ‘rabbi’; deze godsdienstleraar. Ze is dan ook buitengewoon verbaasd als Jezus haar toch aanspreekt. Jezus begint met een vraag aan haar waarmee Hij Zich van haar afhankelijk maakt en haar in zekere zin boven Zich stelt: Hij vraagt haar om een kommetje water. Hij zegt: Ik heb u nodig. Misschien voelde dat voor Hem wel net zo ongemakkelijk als het voor ons soms kan voelen, om iemand anders nodig te hebben. Misschien was dat gevoel er bij Hem nog wel sterker – uiteindelijk was Hij de Heer van het universum... Toch liet Hij Zijn dorst, Zijn afhankelijkheid merken, en vroeg Hij deze vrouw om dat kommetje water. Iets verder in het gebeuren zegt Hij dat God ook haar aanbidding zoekt. Dat ze zelfs voor de Almachtige iets kan betekenen.
Er gebeurt dan van alles. (Dat is wel vaker het geval als we kwetsbaar durven te zijn.) Het dringt tot haar door Wie Hij is Die daar met haar spreekt. Hoewel ze tot dan toe meestal de mensen meed omdat ze zo vaak vernederend bekeken en beroddeld werd door hen, rent ze de stad in, en vertelt iedereen over Jezus. Door haar getuigenis komen velen tot Jezus en ervaren dan zelf wie Hij is: de Zoon van de Levende God.
Jezus had haar, in de paar minuten van dat gesprekje, haar waardigheid terug gegeven.

Net zo wil Jezus ook nu aan u die dit leest uw waardigheid teruggeven, en aan de mensen waar u mee in contact bent. Als u zich als pastoraal werker of ‘gewoon’ als broeder of zuster in wilt zetten voor een medemens, valt er veel te leren uit deze geschiedenis. We hoeven niet bang te zijn om onze eigen afhankelijkheid te tonen, te laten zien dat we die ander nodig hebben – al is het maar voor een kommetje water. Ik heb het meegemaakt dat een echtpaar uit de gemeente waar ik kwam mij als ‘arme vrijgezel’ uitnodigden om ’s zondags na de samenkomst bij hen te komen koffiedrinken of te komen eten. Ik had dat kunnen weigeren: “ik heb hen, met hun neerbuigende houding, niet nodig, ik kan m’n eigen potje wel koken!” Ik besloot echter me te laten dienen en te kijken hoe God ’t verder leidde. Aan de koffie kwam een probleem ter sprake waar dit echtpaar in hun gezin mee worstelde, en waar ze niemand voor hadden kunnen vinden om hen er in bij te staan. Toevallig had ik er wel enig verstand van. Het eindigde ermee dat we samen baden en wederzijds enorm bemoedigd werden. Ik had een gezellige en betekenisvolle middag, en zij hadden ervaren dat God zomaar de hulp op hun weg had gebracht die ze zochten, en dat nog uit totaal onverwachte hoek. Zowel zij als ik hadden elkaar ook waardigheid mogen geven in zorg voor elkaar en in ’t ontvangen van zorg van elkaar. En wat nog meer is: we hadden een fijne tijd samen met elkaar en met God, een ervaring die ook vriendschap deed groeien.

Een ander voorbeeld is de Bijbelse geschiedenis van die collaborateur (Lukas 19). Een belasting-man die voor de Romeinse overheersers de belastingen inde (en daarbij ook zijn eigen zakken bepaald niet vergat!). Iedereen had eigenlijk een hekel aan deze kerel. Hij was klein van stuk, en dat kwam goed uit, want zo kon iedereen goed op hem neer kijken, deze schoft. Schamen moest_ie zich!
En dat was wellicht alles wat deze Zacheüs z’n hele leven al gehoord had – dingen als: “jij telt niet mee, kleintje!” of: “ach, ga toch weg jij, vuile collaborateur, ga je schamen!” En hoeveel rijkdom hij zich met z’n nauwgezette belastingwerk of met de extraatjes die hij soms vroeg ook verzameld had, van binnen bleef het knagen...
En dan, op een dag, komt Jezus in zijn buurt. En Jezus liet hem niet koud – blijkbaar was hij in zijn hart best wel op zoek, op zoek naar ‘inhoud’ in z’n rijke, maar ook lege leven. Het lukt hem niet om Jezus te zien door de mensenmassa’s. Dan is het makkelijk als er eenvoudig beklimbare bomen langs de weg staan. Hij loopt snel een eind vooruit en klimt in zo’n boom. Jezus komt er al aan. Zal hij een iets van Jezus te zien krijgen? ... Dan: Jezus blijft onder zijn boom staan. Hij kijkt zelfs naar boven. En Hij zegt – voor iedereen duidelijk hoorbaar: “Zacheüs, kom vlug naar beneden, want Ik wil vandaag bij jou komen eten”
Uh..??... Hoort Zacheüs het goed? (Eten bij iemand betekende in die tijd zoiets als je dikke vriendschap bezegelen. Het betekende dat je je één voelde met die ander.)
God heeft ons lief,
niet omdat we het verdiend hebben,
maar omdat we het waard zijn
vrij naar Lewis Smedes,
Shame and Grace  
Jezus, die bijzondere Rabbi, Die naar hem opkijkt en hem vraagt om bij hem te mogen komen eten...???
Ja, Jezus gaf ook deze Zacheüs zijn waardigheid terug.
De gevolgen blijven wederom niet uit: Zacheüs verandert van eigen-zakken-vuller in weldoener.

Be-schamen versus be-waardigen

Wat Jezus deze -onverbonden- mensen boodt was de verbondenheid met Hemzelf. Je zou kunnen zeggen: Hij gaf hen Zichzelf. De liefde van Jezus discrimineert niet op wat iemand al dan niet bereikt heeft. Bij Hem zijn we allemaal zondig als het gaat om wat we gedaan (‘verdiend’) hebben, maar Hij vindt ons ook allemaal de moeite waard om lief te hebben. In die verbondenheid met Jezus is er Léven met een hoofdletter L.
Dat staat haaks op wat deze mensen gewend waren, en op wat velen van ons gewend waren. Het maakt zo’n enorm verschil of mensen ons door hun houding of door hun woorden zeggen: “jij telt niet mee!”, of door hun houding en woorden zeggen: “Wat fijn dat jij er bent!” In het eerste geval gaan we ons schamen; ik noem het gedrag of de woorden van anderen die dit veroorzaken dan ook wel be-schamend. Woorden als “jij telt niet mee!” leggen schaamte op ons. ‘Ze trekken ons naar beneden’, zeggen we dan ook wel, of het lijkt of ze alle energie en waardigheid uit ons doen wegtrekken.
Hoe anders is het als we horen: “Wat fijn dat jij er bent!” Zulke woorden, of zo’n gebaar, geven ons waardigheid. In dit geval be-waardigen die anderen ons. Het geeft ons ‘vleugels’ – we krijgen er meer energie door, lijkt het wel. De zon in ons leven gaat er feller door schijnen en komt dus eerder door de wolken van depressie of moedeloosheid heen.
Beide houdingen en beide woorden kunnen we zelf ook gebruiken. Zowel tegen anderen als tegen onszelf. Het effect ervan is groot.
Welke keuze maken we? Hoe benaderen we de mensen in onze omgeving? Be-schamend of be-waardigend?

2010-04-29
Waardigheid en lichamelijkheid

In onze westerse maatschappij is – in navolging van de Grieken – het lichaam eeuwenlang als minder­waardig beschouwd. De geest en het denken waren van belang, maar het lichaam niet.
Het gevolg is, dat het lichaam steeds meer als een ‘ding’ is gezien. „Licha­melijk­heid is een ding gewor­den dat je kunt manipu­leren tot je eigen verheer­lijking en genot. Para­doxaal heeft dat het effect ... dat je ermee dood­ge­gooid wordt. Maar eigenlijk is dat verach­ting van het unieke en kwets­bare.” (rake opmerking van Petra Schipper, pasto­raal hulp­ver­leen­ster in Vlaanderen).
Door het als onwaardig te beschouwen kon het lichamelijke zo’n ‘ding’ worden en ontdaan van alle persoonlijke waar­digheid en van het diep-persoonlijke en bijna-sacraal relationele. Deze ver­vreem­ding van het lichaam leidde vervolgens tot misbruik van het eigen lichaam en dat van anderen, en tot veel schaamte rond het eigen lichaam.

Juist hierom is het hervinden van ‘waar­dig­heid’ (persoonlijk en relatio­neel) mijns inziens ook zo belangrijk in de hulp aan mannen en vrouwen die lijden onder de gevolgen (als slacht­offers en/of daders).
In de Bijbel zien we namelijk een heel ander beeld van het lichaam. In Romeinen 11:33-12:1 zegt Paulus dat ons lichaam een hoofdrol speelt in onze overgave aan God in reactie op Zijn grote barm­hartig­heid. Het Oude Testa­ment leert veel gebruiken die het sacrale van het lichaam en de eenheid van lichaam en geest benadrukken. Paulus grijpt hier in feite op terug waar hij het lichaam ziet als tempel van de Heilige Geest, dus van God. Dat geeft een beeld van waardigheid, die bescherming tegen vuilheid meer dan waard is. Door Jezus’ bloed kan die tempel worden gereinigd, de schaamte opge­heven en verloren gegane waar­dig­heid her­steld.

Een andere kant

In het voorgaande ben ik ingegaan op wat waar­dig­heid is, en hoe Jezus mensen hun waardig­heid (terug)gaf, en welke geweldige gevolgen dat had.
Geestelijk gezien geeft dat aanknopings­punten voor een manier van met elkaar omgaan waarbij we elkaar -of onszelf- waardigheid geven in plaats van elkaar -of onszelf- te be-schamen.
Hier zit echter ook nog een andere kant aan. Dat is de lichamelijke, biochemische kant. Onder­zoekers hebben vastgesteld dat onze hormoon­huishouding intensief reageert op het soort bood­schappen die we krijgen. Bood­schappen die onze verbonden­heid en waardi­gheid benadrukken, zorgen dat er in onze hersenen stoffen vrijkomen waardoor we vreugde ervaren en onze hersenen ook goed kunnen ontwikke­len en functio­neren. Dit gebeurt deels in een samenhang van ons autonome zenuwstelsel. Wellicht dat ik daar een andere keer nog ’ns nader op inga. Nu volsta ik met de constatering dat waardigheid en vreugde ‘besmet­telijk’ zijn en op verscheidene manieren een gezond functio­neren bevor­deren.

Waardigheid als positieve factor

Waarom hier zoveel nadruk op waardigheid? Ten eerste: eenvoudigweg omdat het een onderdeel is van Gods plan voor ons. Daarnaast wegens de effecten die het heeft in onze relaties als we leren, elkaar te be-waardig-en: waardigheid te schenken in plaats van te vernederen of te negeren of iets dergelijks. Hierboven heb ik deze aspecten al genoemd.
Maar er is nog meer. Waardigheid heeft ook nog andere positieve effecten in ons leven. Ten eerste is daar het beschermende effect. Als iemand zich onwaardig voelt – bijvoorbeeld omdat hij denkt dat hij alles verprutst heeft –, heeft hij weinig reden meer om zich waardig te gedragen of om waardige keuzes te maken. In deze gevallen zien we vaak een onver­schillig­heid naar voren komen, die ervoor zorgt dat de negatieve spiraal waarin iemand zich bevindt versterkt wordt. Hoe anders is het, als iemand zich waardig voelt – als een konings­kind bijvoorbeeld. Komt zo iemand voor een keuze te staan tussen iets wat hem of haar zelf of een ander naar beneden haalt, en iets wat hem of haar en/of anderen juist verder verhoogt maar moeilijker is, dan zal deze persoon eerder geneigd zijn, toch voor het laatste te kiezen. Waar­digheid is enige moeite waard! Een prins of prinses heeft meer te verliezen dan iemand die toch al in de goot ligt.
Het effect hiervan is groot! Ik heb het meege­­maakt dat een man die wel eens veel moeite had om zich seksueel rein te bewaren (de verleiding van porno, zelfbevre­diging, e.d. was erg groot!), hiervan vrij kwam door zich, samen met zijn echtgenote, te gaan richten op waardigheid. Zijn echtgenote droeg hier sig­nifi­cant aan bij, door te laten merken dat hij voor haar alles was, en dat als hij in zonde viel, er erg veel wegviel voor haar. Hoe belangrijk dit hem maakte voor haar en voor zijn gezin, gaf hem een waardigheid die de moeite van de strijd voor hem dubbel en dwars waard was! Na jaren van geworstel had hij in een paar weken de overwinning in deze strijd. Maar hij had nu ook iets om voor te vechten!
Zo zijn er meer voorbeelden te geven1. Waardigheid geeft ons gevoelsleven een extra drijfveer om reiner te leven, ons meer in te zetten voor geestelijke groei, etc. En dit geldt zowel in het persoonlijke, als in het gezins­leven of in andere verbanden – bijvoorbeeld dat van de lokale kerkelijke gemeente. Mensen die waardig­heid wordt gegeven gaan bloeien!

De pastorale implicatie

Het moge duidelijk zijn, dat juist in het pastoraat het van belang is dat we ons erop richten de ander te be-waardigen, én hen te helpen anderen in hun omgeving te be-waardigen en dan liefst vice versa. Normaal maakt het al zoveel uit als we anderen be-waardigen, maar juist waar we werken met mensen die het op één of andere wijze moeilijk hebben, vaak ook mensen die al zo veel be-schaamd of ver-ont-waardigd zijn (in de meest letterlijke zin van het woord) - is dit extra belangrijk.
En er zijn zoveel manieren waarop we elkaar kunnen be-waardigen, zoveel manieren waarop we verbaal of non-verbaal kunnen zeggen dat de ander belangrijk voor ons is of veel waarde heeft als persoon: met oprechte lovende woorden, door een zegenende en bevestigende blik, door een eenvoudig gebaar, of door liefde of zorg van die ander met blijdschap in ontvangst te nemen.
Een voorbeeld is ook hoe we God kunnen be-waardigen door Hem te loven en te aanbidden, met of zonder woorden. Het is opvallend dat een van de woorden die de Bijbel gebruikt voor lofprijzing naar God toe, met zegenen wordt vertaald als het van God naar ons toe bedoeld is. Door iemand te be-waardigen zegenen we hem of haar!
En wat ‘kost’ het ons?     Niets!     Integendeel: de lavende ziel wordt ook zelf gelaafd. We mogen zegenen – het goede en waardige over anderen uitspreken – omdat we ook zelf bedoeld zijn om gezegend te worden (1 Petrus 3:9).


Wat betreft het kwijtraken van schaamte of gevoelens van onwaardigheid die aan ons lijken te kleven, zie ook de artikelen Enkele gedachten over het begrip ‘schaamte’ en De vuilnis de deur uit! en het bijzondere boek van Max Lucado, Niemand is zoals jij, Ark Boeken, Amsterdam, 2004; ISBN 90338 28944 (vertaling, door Marieke Hermans - van Rijn, van: You are special, Crossway, USA / Angus Hudson, London, 1997).

Voetnoten:

1 Als illustratie van het gestelde verwijs ik ook naar het boek Red je relatie van de bekende Amerikaanse psycholoog Phil McGraw. Heel dit boek over herstel in relaties (vooral, maar niet alleen, huwelijksrelaties) is gebaseerd op het hervinden van je eigen waardigheid, zoals dr Phil in de inleiding heel duidelijk en krachtig stelt.
Phillip C. McGraw, Red je relatie! - In 7 stappen naar een betere verstandhouding met je partner, Het Spectrum, Utrecht, 2000 (1e druk BSN: 2005) (vertaling, door Lies van Twisk, van: Relationship Rescue - A Seven-Step Strategy for Reconnecting with Your Partner, Hyperion, New York, 2000).

Meer informatie of suggesties

Voor meer informatie, of uw reactie op het bovenstaande, kunt u contact met me opnemen via e-mail: andre.roosma@12accede.nl.


home   of  terug naar de artikelen index

Bedankt voor uw belangstelling!

© André H. Roosma , Accede!, Zoetermeer, 2004-08-22 / 2014-08-25; alle rechten voorbehouden.