![]() |
Ideeën en bemoedigingen voor gewonde helpers
verbonden met een heelmakende God |
De kunst afkijkenleren door opzien |
Dit seizoen mag ik voor de achtste keer de cursus Zegenend Helpen & (On)Verbondenheid geven, dit keer in Dordrecht. Door het samen genieten van Wie God is
en van alles wat Hij ons geeft, is deze cursus altijd weer een vreugde om te
beleven, ook nu deze achtste ronde.
Wat me opvalt is dat elke groep weer heel anders is. Niet zo gek,
natuurlijk, want al die deelnemers zijn unieke mensen.
Een van m’n cursisten dit keer is een enthousiast natuurliefhebber;
hij houdt in het bijzonder van vogels. Thuis heeft hij een stel
dwergpapegaaien, die recent jongen hadden gekregen.
Nu had ik in een eerdere dag van de cursus verteld over hoe kinderen al
vroeg heel veel leren door naar hun ouders (op) te kijken, en ook dat het
met ons en God net zo is: door veel naar Hem op te kijken, en te letten op
wat Hij zegt en doet, eren we Hem en doet dat intussen ook veel met ons.
![]() |
„Wij allen nu, die met onbedekt gezicht de heerlijkheid van de Heere als in een spiegel aanschouwen, worden van gedaante veranderd naar het zelfde beeld, van heerlijkheid tot heerlijkheid, zoals dit door de Geest van de Heere bewerkt wordt...”
De vogelliefhebber mailde me tussendoor even en zijn mail liet zien dat de lesstof hem aardig bezig hield. Als een illustratie van deze mooie tekst vanuit de schepping stuurde hij me namelijk nevenstaande foto, die ik u, met zijn instemming, niet wilde onthouden! Hij toont de liefde en zorg van de ouder-vogels. Nu moet ik erbij vertellen, dat deze vogels horen tot het geslacht Agapornis, wat afgeleid is van het Griekse agape - onzelfzuchtig liefhebben1 en ornis - vogel. Het zijn vogels die bekend staan om hun liefkozende en zorgzame gedrag en de levenslange trouw van de paartjes. Dat liefkozende en zorgzame gedrag zien we ook hier op de foto, waar de vader-vogel de moeder-vogel te eten geeft. Terwijl de ouder-vogels daar zo mee bezig zijn en elkaar liefkozen en zo hun onderlinge band versterken, kijkt het jong van nabij de kunst af. Later zal hij het net zo kunnen doen. Jong afgekeken is oud gedaan...
Wat we in de Bijbel lezen en zelfs bij dieren dus ook zien, wordt tevens bevestigd door neurologisch onderzoek. Onze hersenen zijn bij onze geboorte nog niet ‘af’, maar worden mede gevormd door naar onze ouders op te zien. Een deel van de gelijkenissen in gedrag tussen ouders en hun kinderen die we waarnemen, en die verwoord zijn in gezegdes als “zo vader, zo zoon”, “zo moeder, zo dochter”, of: “de appel valt niet ver van de boom”, hebben niet alleen een genetische verklaring, maar zijn ook gewoon overgenomen of ‘afgekeken’. ‘Afkijken’ is in die zin dus een tamelijk essentiële vaardigheid. Het mooie van dat ‘afkijken’ is bovendien dat het niet alleen ons denken beïnvloedt, maar ook ingrijpt op een dieper deel van de hersenen, waar vanuit ons automatische gedrag wordt bestuurd. We doen later min of meer automatisch wat we in onze jongste jaren hebben ‘afgekeken’ bij onze ouders.
Met bovenstaande tekst uit Paulus’ tweede brief aan de gemeente in Korinthe bepaalt dit ons bij het grote belang van ons opzien naar God. Door ons hart dagelijks op Hem te richten, op Wie Hij is en op wat we al met Hem beleefd hebben en wat we Hem hebben zien doen, worden we als het ware bereikbaar voor Zijn Geest om ons van binnenuit te veranderen. En de Geest gebruikt daarbij onder andere een weg die al in onze hersenen en zenuwstelsel is ingebouwd. Dit naar God opzien is de manier om langzamerhand steeds meer op Hem te gaan lijken. De Geest verandert ons wanneer we de luister van de Heer aanschouwen!
De herdersjongen en latere koning David wist hier al van. In Psalm 16 schreef hij:
„Ik stel mij JaHUaH (de HEER 2) voortdurend voor ogen;
omdat Hij aan mijn
rechterhand staat, wankel ik niet.
Daarom verheugt zich mijn hart en
juicht mijn ziel,
zelfs mijn vlees zal in veiligheid wonen;
U maakt mij
het pad des levens bekend;
overvloed van vreugde is bij uw aangezicht,
liefelijkheid is in uw rechterhand, voor eeuwig.”
Opvallend in deze tekst vind ik het woord voortdurend. Het Hebreeuwse grondwoord תָמִיד - tamid, waar dit woord de vertaling van is, betekent echt continu, voortdurend. Bij alles wat hij deed, keek David als het ware tegelijkertijd met één oog op naar God. Hij wist zodoende ook dat God voortdurend naast hem stond, en dat was een grote steun voor hem. Hij was benieuwd naar hoe God tegen alles aankeek en dat maakte hem bestuurbaar voor God. God kon aan hem Zijn raad kwijt omtrend de weg die hij moest gaan. Dit alles was een bron van enorme vreugde voor David, en ik vermoed: ook voor God!
Door dit soort voorbeelden mogen we ons laten inspireren. Ik zie Psalmisten in moeilijke tijden ook regelmatig teruggrijpen op wat ze eerder met God beleefd hadden.
„Weemoed vervult mijn ziel nu ik mij
herinner hoe ik optrok in de dichte stoet,
voor hen uit schreed naar Gods
huis, bij gejuich en lofgezang; een feestvierende menigte.
Wat buig je je neer, mijn ziel, en wat ben je onrustig in mij?
Hoop op
God, want ik zal Hem nog loven, mijn Verlosser en mijn God!”
„Ik zal de daden van JaH gedenken;
ja, ik zal gedenken Uw wonderen van ouds her;
En ik zal al Uw werken
overdenken, en van Uw daden spreken.”
Het gedenken en het opnieuw overdenken van wat we met God beleefd hebben, dat opschrijven en er met anderen over spreken, is een krachtige manier om Hem te eren én tegelijk onszelf emotioneel weer te voeden en weer enthousiast en voor Hem bereikbaar te worden!
Hallelu-JaH!
1 | De Bijbel gebruikt dit woord vooral voor de liefde van God! Niemand heeft
zó onbaatzuchtig lief als Hij! De Agapornissen worden in het Engels wel ‘love-birds’ (lefdes-vogels) genoemd en in het Duits ‘die Unzertrennlichen’ (lett.: de onafscheidelijken) - de paren hebben een onverbrekelijke relatie, ook hechten ze zich gemakkelijk aan een andere verzorger, zoals de mens, en zijn dan heel trouw. |
2 | De glorierijke Naam van God presenteer ik hier - zo goed ik maar kan -
vanuit het oudste Hebreeuwse origineel, in plaats van deze grootse
Persoonlijke Naam van de Allerhoogste te vervangen door een gewone titel
zoals ‘HEER’. Voor meer achtergrond
over de rijke betekenis en uitspraak van deze glorierijke Naam, zie: André H. Roosma, ‘Leven, veiligheid en verbondenheid in blijde aanbidding, uit de hand van God’, Hallelu-JaH! webartikel, januari 2011. —— ——, ‘De wonderbare en liefelijke Naam van de God Die er was, Die er is, en Die er zijn zal’ ![]() |
Enkele mooie materialen over dit thema:
Jos Douma, Kijken naar de Heer – Veranderen door zijn schoonheid, Kok,
Kampen (NL), 2011; ISBN 978 90 435 0209 2.
Zie ook zijn uitgebreide
webpagina over dit boek met veel meer opbouwende materialen over de tekst 2 Kor.3:18.
John Piper, Jezus zien en ervaren - en intens van Hem genieten, Gideon, Hoornaar, 2003; ISBN: 90 6067 976 8 (vertaling, door An Molenaar, van: Seeing and Savouring Jesus Christ, Crossway / Good News Publ., Wheaton, 2001).
André H. Roosma, ‘Ware aanbidding’, web-artikel hier op www.12accede.nl, april 2003.
A.W. Tozer, Verlangen naar God, CAMA Parousia gemeenten / CAMA Zending / Novapress, 1995; ISBN 90 6318 075 6; (vertaling, door P.J. de Gier, van: The Pursuit of God, Christian Publications, 1982).
Zie voor meer ook op de website van Immanuel levensstijl.
Voor meer informatie, of uw reactie op het bovenstaande, kunt u contact met me opnemen via e-mail: andre.roosma@12accede.nl.
home | ![]() | of terug naar de artikelen index |